vrijdag 24 juli 2009

Bedelaars

“ Beken het maar, één cent heb je zeker wel,” lispelt een achtjarig meisje, terwijl ze je met grote bruine reeën ogen aanstaart. Diepe donkere blik, overgoten met ironie. Ovaalvormige ogen, die veel gezien hebben. Het meisje zucht vermoeid. - Hoe lang zouden haar dagen zijn? Zou ze daadwerkelijk afhankelijk zijn van die ene cent? Zou ze tot een bende behoren, zoals in Slumdog Millionaire zo duidelijk is geschetst? - Het kind wiebeld ongeduldig van haar ene been op haar andere, van haar ene blote voet op haar andere, die zich verhullen onder haar rafelige, smoezelige overal. Haar ene hand heeft ze als een kommetje gevouwen en schudt die op en neer. Met haar andere hand veegt ze van stof dof geworden zwart grijs haar uit haar gezicht. En alsmaar blijft die blik je doorboren.Wat te doen? Haar geld geven, iets te eten kopen of negeren? Elke keer twijfel ik weer en weet ik dat die ene lari eigenlijk niets oplevert. Ik hoop dan vurig dat op een gegeven moment de Georgische regering zijn zich over haar lot zal ontfermen.

De wijk waar ik woon, Vake, wordt beschouwd als een gegoede buurt. Daardoor zijn er veel bedelaars te vinden. Ze belagen auto’s, die voor het stoplicht staan te wachten. Zitten op straat met een heiligbeeldje. Spreken het winkelend publiek aan. Zo hebben een broer en zus de straat voor mijn huis als werk terrein. Als je voor de groenten en fruit kraam van Populi staat, sluipen ze op je af en omringen je. Terwijl de medewerkers hun wegjagen, hebben ze soms wel geluk. Zo zag ik gister hoe broer en zus van een dame van stand beide een munttstuk kregen. Alleen kreeg het meisje 2 lari en het jongetje 1 lari. Drama. Het broertje liep rood aan van woede, begonnen te stampen en te huilen omdat dit onrechtvaardig is. Met moeite kreeg zijn zus hem weggesleurd, voordat de scene nog genanter werd, maar haar twee lari stuk had ze mooi wel al veilig weggeborgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten