Het is vroeg, te vroeg. En het is druk op dit late tijdstip in de nacht of dit vroege tijdstip in de ochtend in de vertrekhal van Tbilisi airport. Er staat een lange rij voor de balie Amsterdam. De rij kenmerkt zich door chaos en ongeregeldheid. Ik zucht vermoeid en denk terug aan de avonturen van afgelopen maand, die ik via deze blog gedeeld heb. Ik heb veel gezien. Ik heb me vaak verwonderd. Het raadsel Georgië is een beetje meer ontrafeld. Het is mooi geweest. Nu is het tijd om terug naar huis te gaan. Samen met deze curieuze figuren.
Een stukje achter mij in de rij staan drie Nederlanders, die nauwelijks verstaanbaar Nederlands spreken. Het zijn bijzondere typetjes. Alledrie rond de vijftig. Een kledingstijl is onmiskenbaar afwezig of omschrijfbaar als onooglijk. Sandalen met witte sokken, slobberbroeken, in kleur niet bijpassende T-shirts, ketting om de nek, kort geschoren haar. Zij worden vergezeld door vrouwen, die niet te omschrijven zijn als dames. Ze zijn niet typerend voor de Georgische vrouwen, die ik hier ben tegengekomen. Getoupeerd geverfd haar, gehuld in te strakke kleding, met lange gelakte nagels, op hoge haken met een schele stem. En vergeet vooral de glitters op de kleding niet. De vrouwen zijn locale en zijn meegekomen om de mannen uit te wuiven. Een staat handje handje met de langste Nederlander. De liefde spat er niet vanaf. Ik vraag me af of dit bruiden uit de Kaukasus zijn.
Voor de balie staat een Armeens gezin, dat gezien de hoeveelheid bagage bezig is met een volksverhuizing. Het woord gezin betekent hier niet alleen vader, moeder en kroost, maar ook opa, oma en tante. De aandacht van al deze volwassen is gericht op de kleine dondersteen van 3 jaar in een campingsmoking die alle kanten uitschiet. En het voor mekaar krijgt om hard door zijn speen heen te krijsen. Telkens springt er een ander uit de groep om de kleine bij zijn lurven te grijpen. Pas als het jochie hardhandig is aangepakt en overdonderd is door deze aanpak, is hij even muisstil.
Er staat een man voor mij, die een watje achter zijn oor heeft zitten. Rare plek om een watje te dragen. Hoe blijft dat eigenlijk zitten, zo zonder pleister. Ik kijk wat beter en zie dat het geen watje is, maar kauwgom.
Vreemde klanken komen van een 'bink' iets verder op. Gelikt, klein en kaal. Voorzien van de nieuwste trends en gadgets. Hij staat nonchalant wat te spelen met de nieuwste iPod, die luid Engelstalige liedjes door zijn oordoppen laat schallen. Zelf verbuigt hij de tekst tot vreemde klanken en zingt deze ongegeneerd.
Een man en vrouw moeten afscheid nemen voor de douane. De vrouw ziet er uit als een zakenvrouw. De mimiek van de man verhuld dat hij ergens niet tevreden mee is en dat het hem veel moeite kost om zijn woede op te kroppen. Waarschijnlijk wil hij niet in schelden uitbarsten zo voor haar vertrek.
Een baby huilt onafgebroken en een man peutert in zijn neus. Tja, een hoop vreemde figuren op deze door vertraging getergde vlucht A9651. Maar goed, het is ook wel begrijpelijk, wat wil je dan ook van mensen verwachten met een vlucht op dit tijdstip.
Drie uur later dan verwacht sta ik om 11 uur op schiphol. Ik ben weer terug in Nederland. En eerlijk toegegeven, ik heb het wel een beetje gemist. De deuren slaan open en daar staan mijn vriendinnen te wachten. Hoogste tijd om alles nog eens de revue te laten passeren boven een kop verse DE koffie.
zaterdag 15 augustus 2009
7 augustus
Al enige dagen wist ik dat er wat zou gebeuren op 7 augustus. Wat precies wist ik niet en kon ik ook nergens terugvinden, maar dat men stil zou staan bij de gebeurtenissen een jaar geleden was zeker. En ik dacht, dit zou best een mooi onderwerp voor BNN Exit Holland kunnen zijn. Een van hun redacteuren dacht hetzelfde en zo vertrok ik 7 augustus om 12 uur naar de Rustaveli, waar alles zou gebeuren. Mijn opschrijfschrift paraat, want ik moest voornamelijk verslag geven over persoonlijke impressies.
Om 12 uur was het nog erg stil. Er waren meer cameraploegen en journalisten dan burgers. En ook het weer zat niet mee. Het regende pijpenstelen en er was geen overdekt plekje te vinden op het herdenkingsterrein. Na twee uur waren de donkere wolken verdreven en brak langzaam de zon door. Tegelijkertijd stoomden de mensen richting de hoofdstraat uit verschillende gebieden: Tbilisi, Gori, Tschinvali, Abchazië, Tsjetsjenië,
Op de Rustaveli was de 226 jarige relatie tussen Georgië en Rusland weergegeven. Er waren foto’s en informatieborden om de aantal meters neergezet. Op sommige borden was documentatie materiaal uit de tijd van de repressie die nog nooit tentoongesteld was. Het begon met het Giorgitraktaat in 1783 en eindigde op het plein van de vrijheid met augustus 2008. Dat de tentoonstelling eindigde op het plein van de vrijheid was niet zomaar. De gehele opzet, met tijdschema, had als doel om de interesse van Rusland in dit gebied duidelijk op een rijtje te zetten. Nergens wordt er uitleg gedaan over wie begon of schuldig is, maar door te eindigen op het plein van de vrijheid geven ze symbolisch toch hun antwoord op de vraag: “Wie is er begonnen?”
Wat me het meeste opviel was de stilte. Groepjes mensen stonden geluidloos voor de foto’s. Ieder nam er zijn eigen tijd voor en liet het stilletjes inwerken. Zoveel mensen waren samen gekomen om te laten zien dat ze vrijheid willen, dat ze emotioneel, psychisch en fysiologisch geraakt zijn door de bloedige verschrikkelijke gebeurtenissen. En om dan die stilte te aanschouwen: daar spreekt een grote kracht uit en wil uit.
Het was duidelijk te zien dat veel mensen de afbeeldingen op de foto’s van dichtbij hebben meegemaakt. Sommigen wilden er niet over praten, anderen wilden me maar al te graag duidelijk maken dat Rusland Georgië niet los wil laten en dat deze situatie al veel te lang duurt. Ook merkte ik dat er een verschil was tussen de reactie van mijn generatie en de oudere generatie. Voor mijn generatie was het de eerste keer dat ze zo bewust en volwassen een oorlog hebben meegemaakt. Het was nieuw en maakte hen zenuwachtig. Ze waren angstig en de angst keerde terug bij het memoreren. Ze dachten dat dit nooit meer zou gebeuren en weten nu niet zeker wat er nog zal komen. De oudere generatie herinnert zich meer. Voor hen gaat het niet alleen over vorig jaar, maar ook 10 jaar daarvoor, en 20 jaar eerder en ... Het stapelt zich op en het was altijd zo. Zij noemen het ook geen oorlog, maar occupatie.
Wat mij erg heeft geraakt was het feit dat sommige in snikken uitbarsten bij de herinnering aan de ijselijke gebeurtenissen. Hier had ik niet op gerekend. Hier was ik niet op voorbereid. Wat moet je zeggen als iemand bang is en nog steeds de straaljagers ’s nachts kan horen? Wat moet je zeggen als iemand je vertelt dat ze niets weet over het lot van haar broer en vader weet? Wat moet je doen als je de pijn in iemands ogen ziet?
Uiteindelijk bleek dat bijna elke tweede radio-uitzending aandacht had besteed aan deze herdenking. En aangezien Exit Holland pas om 21:30 werd uitgezongen, was er besloten een ander onderwerp te kiezen. Een overload aan nieuws vanuit Georgië in Nederland. Het klonk me haast onwerkelijk in de oren. Maar na de verhalen die ik vandaag heb gehoord, begrijp ik een stuk beter wat voor impact deze vijfdaagse oorlog in de eenentwintigste eeuw heeft gehad en dat het feitelijk alleen maar verliezers heeft opgeleverd.
Om 12 uur was het nog erg stil. Er waren meer cameraploegen en journalisten dan burgers. En ook het weer zat niet mee. Het regende pijpenstelen en er was geen overdekt plekje te vinden op het herdenkingsterrein. Na twee uur waren de donkere wolken verdreven en brak langzaam de zon door. Tegelijkertijd stoomden de mensen richting de hoofdstraat uit verschillende gebieden: Tbilisi, Gori, Tschinvali, Abchazië, Tsjetsjenië,
Wat me het meeste opviel was de stilte. Groepjes mensen stonden geluidloos voor de foto’s. Ieder nam er zijn eigen tijd voor en liet het stilletjes inwerken. Zoveel mensen waren samen gekomen om te laten zien dat ze vrijheid willen, dat ze emotioneel, psychisch en fysiologisch geraakt zijn door de bloedige verschrikkelijke gebeurtenissen. En om dan die stilte te aanschouwen: daar spreekt een grote kracht uit en wil uit.
Wat mij erg heeft geraakt was het feit dat sommige in snikken uitbarsten bij de herinnering aan de ijselijke gebeurtenissen. Hier had ik niet op gerekend. Hier was ik niet op voorbereid. Wat moet je zeggen als iemand bang is en nog steeds de straaljagers ’s nachts kan horen? Wat moet je zeggen als iemand je vertelt dat ze niets weet over het lot van haar broer en vader weet? Wat moet je doen als je de pijn in iemands ogen ziet?
Uiteindelijk bleek dat bijna elke tweede radio-uitzending aandacht had besteed aan deze herdenking. En aangezien Exit Holland pas om 21:30 werd uitgezongen, was er besloten een ander onderwerp te kiezen. Een overload aan nieuws vanuit Georgië in Nederland. Het klonk me haast onwerkelijk in de oren. Maar na de verhalen die ik vandaag heb gehoord, begrijp ik een stuk beter wat voor impact deze vijfdaagse oorlog in de eenentwintigste eeuw heeft gehad en dat het feitelijk alleen maar verliezers heeft opgeleverd.
Borjomi
Borjomi is beroemd. Het is het Spa van de Sovjetunie. Uit alle Sovjetrepublieken trok en trekt men naar dit plekje om te kuren en te helen. Zelfs de tsaar was er een geregeld gast. De lucht is er schoner dan schoon en doet wonderen voor astma en bronchitispatiënten. Het fenomenale Borjomi water verhelpt maag en darm klachten. Het komt rechtstreeks uit de grond. Het is lauwwarm en ruikt naar rotte eieren. En heeft een zeer specifieke smaak. Ik kon slechts met een vies verafschuwd gezicht één slok doorslikken.
dinsdag 11 augustus 2009
Het ronde park
Maar meneer de duif is niet de enige die in dit kleine stukje oase, midden tussen stoffige drukke verkeersaders, kan pronken. Dames kunnen er ook wat van. En dan bedoel ik niet de vrouwtjesduiven, maar uiteraard de vrouwtjesmensen, die zich hier kennelijk altijd in een groepje voortbewegen. Zodra zij merken dat het andere geslacht, met z’n drieën al wijdsbeens op een bankje gezeten en zonnebloempit kauwend, hen tot onderwerp van ‘gesprek’ maakt, gaat de neus fier omhoog. Het ‘gesprek’ is voornamelijk non verbaal en bestaat uit blikken en knikken. De hakjes klakken synchroon, terwijl de pas iets vertraagd is, want voor je het weet ben je het parkje immers alweer uit. Bij de dames dansen de haren van links naar rechts. Bij de heren zwiepen de grote neuzen* van boven naar beneden. Terwijl dit paringsritueel bij de duiven het nodige geluid met zich meebrengt, zijn de jongelieden muisstil. Pas als ze uit elkaars blikveld zijn verdwenen komen de lippen los en keert de ontspannen sfeer terug in het verkoelende parkje.
*Over Georgische neuzen zou ik eigenlijk een aparte blog moeten schrijven. Alleen is een beschrijving in dit geval nooit zo beeldend als de werkelijkheid en voel ik me gegeneerd om te vragen of ik een foto mag maken van iemand’s fascinerende neus. Om de een of andere reden lijkt het leeuwendeel van de Georgische mannen geschapen te zijn met een grote tot zeer grote neus. Ik vraag me af of ze er trots op zijn of dat de plastische chirurgie hier een winstgevende business is.
Abonneren op:
Posts (Atom)