Aan tafel zitten toosten en dineren, dat is waar Georgiërs goed in zijn. Het zijn de Bourgondiërs van de Zwarte Zee. Toosten op gisteren. Toosten op vandaag. En toosten op morgen. Dit al onder het toeziend oog van de Tamada, die het tempo bepaalt. Zo kan men makkelijk uren doorbrengen, terwijl de ene lege chacha fles wordt vervangen door de andere.

En als er geen tafel in de buurt is, dan verzint de Georgische levensgenieter wel een creatieve manier om de goddelijke spijzen van de Zwarte Zee te nuttigen. En zo gebeurde het dat op een vroege zondagochtend, na de avond tevoor zwaar te hebben getafeld, twee Hollandse meiden en twee Georgiërs uit een busje stapten in Sarpi. In plaats van de menigte te volgen naar het kiezelstrand, waagden zij hun leven over rotsen en klippen. Als jonge berggeiten sprongen de Georgische mannen over de keien, als bibberende konijnen volgden de meiden. Telkens bleek dat het eindpunt achter nog één steile klif lag. En eenmaal daar begon het echte werk pas. Er moest gejaagd worden. En wel op mosselen. Gewapend met mes en plastic tas doken de Georgische mosselmannen de Zwarte Zee in. Menig onderwater rotsblok werd ontdaan van zijn mosselbekleding. Een tasje vol was de oogst.
En wat is er nu beter dan de prooi ter plekke te boenen en op te bakken. Terwijl de een zich over de mosselen ontfermt, wakkert de ander een vuurtje aan. De meiden vinden dit allermachtig prachtig en kijken vol lof toe. Het vuur brandt al lekker en de mosselen sidderen in de pan.


klinkt erg goed!
BeantwoordenVerwijderenX Mikel